Zoeken in deze blog

woensdag 21 oktober 2020

De rugzak van Jenny Dornbusch

De rugzak waarmee Jenny Dornbusch terugkeerde. Zij zat achtereenvolgens in de kampen: Westerbork, Theresiënstadt, Auschwitz, Groß-Rosen, Flossenburg en Bergen Belsen. Toen zij de kans kreeg om een kapo te worden, wat haar overlevingskansen enorm zou vergroten, antwoordde zij met “Zou jij je moeder kunnen slaan? “.

Jenny Dornbusch werd 5 november 1921 geboren in Scheveningen. Haar vader overleed in 1926 door een herseninfarct.

Haar moeder Rosa Dornbusch-Landesmann (geb. 1891) werd op 26 februari 1943 bij aankomst in vernietigingskamp Auschwitz vergast. Zij en haar broer Naftali (met echtgenote) waren de enige overlevenden van de familie.

Toen in mei 1948 de stichting van de staat Israël gevierd werd ontmoette ze een Duitse Jood genaamd Benjamin Jacobs, ook hij had de Holocaust overleeft. Ze trouwden en emigreerden naar Amerika, waar ze als verpleegster werkte.





zaterdag 17 oktober 2020

Bidprentje omgekomen dwangarbeider; Johannes Karssen

 Gedurende de Tweede Wereldoorlog moesten Nederlandse mannen tussen 17 en 40 jaar zich melden voor de arbeitseinsatz in Duitsland. Velen doken onder, maar ook velen gingen. De schattingen komen uit op meer dan een half miljoen! Soms hadden ze geen keus.

De omstandigheden verschilden veel op de verschillende plaatsen waar zij terechtkwamen. Sommigen hadden een rustige plek op bijvoorbeeld een boerderij, waar genoeg voedsel was. Anderen kwamen in de oorlogsindustrie te werken. Hier waren de condities vaak slecht en velen kwamen om door ziekte en vooral door bombardementen. Ook de jonge 19-jarige student Johannes Karssen uit Ede kwam om bij een bombardement, februari 1944 te Weidenau, Siegen.




Kampkrant en clandestiene brief Stalag 369 Kobierzyn

Van Rudy Huetink ontving ik een prachtige schenking; een exemplaar van de kampkrant uit Stalag 369 en een clandestien briefje.

Stalag 369 in Kobierzyn, Polen was een kamp voor onderofficieren en manschappen die weigerden te werken voor het Duitse Rijk. Een kleine 500 Nederlandse onderofficieren en manschappen hebben in dit kamp gevangen gezeten.
In de krant werden door verschillende krijgsgevangenen stukjes geschreven. Veel nieuws van buiten het kamp stond er niet in, gezien de krant gecensureerd werd. Wel stonden er allerlei anekdotes, aankondigingen en ook enkele tekeningen in. Het briefje is waarschijnlijk niet naar Nederland gestuurd, maar door de gevangene bewaard tot na de oorlog. De inhoud van de brief beschrijft o.a. het rantsoen in het kamp en de hoop op een snel einde van de verwoestende oorlog en het gelukkig maken van zijn "vrouwke", aan wie de brief gericht is.
Rudy, nogmaals bedankt voor deze bijzondere schenking!






Melding uit kamp Stanislau; verboden gedicht gevonden!

 Vijf dagen streng voor de Hollandse krijgsgevangene Luitenant G.G. van Tol, wegens het bezit van een gedicht waarin de Wehrmacht en Goebbels op de hak werden genomen. Helaas werd het gedicht gevonden en de kampleiding stelde minder prijs op het gedicht dan van Tol en zijn medegevangenen, wat hem vijf dagen in de nor kostte.



Gezocht-affiche studentenverzet

 Een poster m.b.t. twee gezochte mannen; Charley Hugenholtz en Jan van Blerkom. Beiden zaten al aan het begin van de oorlog in het studentenverzet in Delft. Er zat echter een infiltrant in de groep, de 19-jarige Hugo de Man, die verschillende verzetsleden verraadde. Het verzet besluit hem te liquideren. Op 14 augustus 1941 voltrekken Jan en Charley het vonnis en werpen het lichaam in de vijver van het Agnetapark. Hierna wordt een enorme klopjacht op hen geopend, met als gevolg een grote golf aan arrestaties onder het Delftse studentenverzet. Op hun hoofd wordt het -zeker voor die tijd- enorme bedrag van f5000,- gezet. Toch weten ze uit handen van de Duitsers te blijven. Afzonderlijk proberen ze naar Engeland te vluchten, maar beiden verdrinken tijdens de overtocht.

Annie Huisman- van Bergen schreef het boek "De Vervolgden" over de jacht op de twee Delftse studenten in 1941.





Brief uit krijgsgevangenschap, Market Garden veteraan Pte. Lovejoy

 Deze brief werd verstuurd aan Private John W. Lovejoy (service number 6459080). Tijdens de Slag om Arnhem werd hij krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar de Willem III kazerne in Apeldoorn. Waarschijnlijk is hij eerst naar Stalag XI B Fallingbostel of Stalag XII A Limburg gegaan om uiteindelijk in Stalag IV G te Oschatz terecht te komen. Daar ontving hij deze brief van Miss A. Lovejoy, geschreven op 3 december.

Een citaat uit de brief:
“Well kid, by the time you get this, Xmas will be over, but will be thinking of you.”
Het krijgsgevangenenkamp in Oschatz bestond eigenlijk uit 76 verschillende Arbeitskommando’s waar de gevangenen moesten werken. Een groot hoofdkamp zoals bij andere kampen gewoonlijk was, was er niet echt. Het werk was in de meeste gevallen zwaar lichamelijk werk en het Duitse rantsoen was ontoereikend. Dit probleem werd echter overwonnen door de toestroom van voedselpakketten van het rode kruis.
Over zijn exacte rol en eenheid tijdens de slag om Arnhem heb ik helaas nog geen informatie kunnen vinden.