Zoeken in deze blog

zondag 31 mei 2015

Berichtgeving gevangenschap Huis van Bewaring II, Amsterdam

Berichtgeving van gevangenschap uit het HvB II op de Havenstraat/Amstelveenseweg in Amsterdam, een SD-gevangenis voor politieke gevangenen. Over Frederik Purell is mij helaas nog niks bekend.

dinsdag 26 mei 2015

Brief uit kamp Böhlen

Van een neef van Dhr. Tinus Enserink, die deze brief schreef kreeg ik deze bijzondere brief.

"Ome Tinus zat bij het verzet en zocht o.a. plekken voor allerlei onderduikers, de Duitsers konden hem hierop gelukkig nooit betrappen, maar bij de zoveelste huiszoeking op de Huurne, werd hij beschuldigd van het in het bezit zijn van het Dagblad Trouw.
Dit was niet zo, de Duitsers hadden de krant achteraf, zelf bij zich, zij hebben hem toen afgevoerd en zo is hij in het kamp terecht gekomen."

Via kamp Amersfoort (Häftlingsnummer 5529) werd Tinus op 1 september 1944 met 314 lotgenoten afgevoerd naar het Arbeits Erziehungslager Böhlen, een soort concentratiekamp waar meerdere Hollanders hebben gezeten, o.a. van de bekende Merwede razzia.
Een paar maanden na de bevrijding kwam hij weer thuis, dik van hongeroedeem.
 


woensdag 20 mei 2015

Piet Bouwense, Nacht und Nebelgevangene in Natzweiler

Typisch voor kamp Dachau was dat er veel geestelijken gevangen zaten.

Precies 70 jaar geleden werd in het bevrijdde kamp Dachau de Pinksterdienst gehouden. Dit document met de orde van de dienst is op naam van P.A. Bouwense.

Pieter Adriaan Bouwense werd 17 juli 1912 in Middelburg geboren. In de oorlog was deze Zeeuwse leraar lid van de Zeeuwse inlichtingendienst van het verzet, de groep "Van Beest".

Toen deze groep een infiltrant (V-mann) in hun groep liet executeren, vond de SD het lijk van hun medewerker. Helaas was het lichaam niet doorzocht, en de SD vond het notitieboekje van hun infiltrant (Daane). Hierin stond de naam van Bouwense.

Juni 1942 wordt hij gearresteerd in Zevenbergen. Hij komt in de koepelgevangenis in Breda. Hier werd hij na een paar weken meegenomen de bossen in, voor een schijnexecutie. Hij zwichtte niet. Sterker nog, deze ervaring maakte hem later immuun voor angst. Na de schijn-executie brengen ze hem naar de gevangenis in Haaren. Zijn gevangenennummer daar is 500, en zijn cel I-19 en cel I-58. Hier werd hij meer dan 24 uur lang verhoord door ss hauptscharführer Haubrock. Een beruchte SD'er. Bouwense had een valse identiteit opgegeven, en dat kwam hem dus duur te staan.

Na negen maanden in Haaren werd hij overgebracht naar de Kriegswehrmachtsgefängnis aan de Gansstraat in Utrecht. Juli 1943 kwam voor het luftwaffengericht en het vonnis luidde: "abtrennen!" (Nacht und Nebel). Nacht und Nebel was een Duitse strafklasse bedoelt om gevangenen in nacht en nevel te laten verdwijnen. Er mocht geen enkel teken van leven meer gestuurd worden en geen enkele informatie over de locatie/toestand van die persoon verstrekt mocht nog verstrekt worden.

Via kamp Amersfoort gaat hij op transport naar de Vogezen, in Frankrijk. 26 oktober 1943 kwam hij aan in kamp Natzweiler, hier kreeg hij het Häftlingsnummer 5565.
In Natzweiler moest hij in de Steinmetz werken. In de steengroeve vond hij af en toe een eierschaal. Die at hij dan op, vanwege het kalk.  Bijna de helft van de Nederlandse gevangenen die in dit kamp zaten overleefde de oorlog niet. Bijna een jaar in dit kamp, waar de meest afschuwelijke dingen gebeurden. Piet was hier ook het slachtoffer van medische experimenten die in het kamp werden uitgevoerd. Zo werd hij in de vrieskou gezet en daarna onder een hete douche, voor een onderzoek naar onderkoeling. Straffen en fysieke en mentale mishandelingen waren aan de orde van de dag. Een bewaker gooide eens Piet's gevangenenmuts achter het draad. Ophalen, luidde het bevel. Piet weigerde. Het was een spelletje van de bewakers, zodra je over het draad stapte werd je neergeschoten. Hij koos eieren voor zijn geld en kreeg een pak slaag. Een andere keer toen hij eens straf had, moest hij drie dagen lang sneeuwruimen, zonder eten in de storm. Hij overleefde het doordat Franse burgers hem stiekem wat brood toewierpen.

Op 3 september 1944 werd het kamp ontruimd en gaan de gevangenen op transport. Dit in verband met het naderende geallieerde front. 5 september kwam het transport aan in Dachau, waar hij weer een nieuw häftlingsnummer kreeg: 99698. Op de website van vriendenkring Natzweiler las ik dat Piet Bouwense op dat moment dacht "dit overleef ik wel". Dachau was geen NN-kamp maar een normaal concentratiekamp. Hij overleeft het maar op het nippertje. Er heerst een grote vlektyfusepidemie in Dachau, en ook Piet werd ziek. Op 29 april 1945 werd Piet in kamp Dachau bevrijd door de Amerikanen. Hij woog maar 45 kilo op dat moment, en dat met een lengte van 1,80 cm! In Dachau verbleef hij tot 26 mei 1945 en verpleegt hij zieke gevangenen. Pas op 4 juni komt hij thuis aan.

Na de oorlog was hij onder andere voorzitter van de vriendenkring Oud-Natzweilers en voorzitter van het Nederlands Dachau comité.
In 2009 overleed hij.

In Middelburg zijn een aantal straatnamen vernoemd naar leden van de verzetsgroep van Van Beest. Ook Bouwense heeft een straatnaam gekregen: de P.A. Bouwensestraat.

zondag 17 mei 2015

ID tag Private Cecil Clarke, Stalag 344

Van Dhr Wilton uit Warrington (UK) ontving ik enkele bijzondere schenkingen.

-Kopieën van de Japanse capitulatie.
-Kopieën van tekeningen gemaakt door een Engelse gevangene in een Japans POW kamp.


-Een ID plaatje, dat hij voor de collectie kocht. Het plaatje was van Private Cecil Clarke van het 2nd/5th Bn Queens Royal Regiment. Hij sneuvelde 29 april 1945 op 24-jarige leeftijd. Waarschijnlijk door een geallieerde luchtaanval die per ongeluk een groep krijgsgevangenen aanviel. Ik hoop zijn graf in Berlin-Charlottenburg eens te kunnen bezoeken.
Waarom hij dit ID plaatje niet droeg toen hij stierf is voor mij nog steeds een raadsel. Het is het recht van een militair zijn ID plaatje te houden, gezien hij als een militair volgens de Geneva Convention behandeld hoort te worden.






dinsdag 12 mei 2015

Brief uit KZ Neuengamme

Brief uit KL Neuengamme geschreven op 19 maart 1945 door de Deense schilder Aage Clemmensen (1920-2004). In de oorlogsjaren werd hij lid van de verzetsgroep Frit Danmark; vrij Denemarken. Een overwegend communistische groep met een eigen verzetsblad. Eind 1944 werd de groep opgerold en kwam Aage via Vestre Fængsel, de grote gevangenis in Kopenhagen, in Neuengamme terecht. Zijn Häftlingsnummer in Neuengamme was 69512. Hij overleefde zijn gevangenschap, maar raakte getraumatiseerd. Hij leefde na de oorlog "als een vervreemde".

Lieve vader!
Het gaat goed met me!
Groeten aan iedereen. In het bijzonder Elly.
Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, in het geval ik niet naar huis kom in April.
Tot spoedig weerzien
je zoon
Aage

Censuurstempels op de brief

vrijdag 8 mei 2015

Moorsoldatenlied

In 1933 verschenen in Duitsland de eerste nazi concentratiekampen al. Voornamelijk voor politieke tegenstanders. Een van de eerste kampen was Börgermoor vlakbij de Nederlandse grens. Een van de Emslandlager. Op 27 augustus 1933 mochten de gevangenen 's avonds een voorstelling houden; Zirkus Konzentrani. Twee gevangenen maakten een tekst en een andere de melodie: het Moorsoldatenlied. Het lied van de veensoldaten; de gevangenen moesten namelijk kanalen aanleggen in het veen. Keihard werken en loodzwaar. Een van de tekstschrijvers (Wolfgang Langhoff) werd in 1934 vrijgelaten, en vluchtte naar Zwitserland. Zo heeft het lied een weg naar de vrijheid gevonden. Talloze uitvoeringen zijn verschenen vanaf 1933.

De bewaking van het kamp heeft op de bewuste avond, 27-08-33 het de voorstelling ook bijgewoond, en naar het schijnt hebben ze zelfs meegezongen met het lied. Twee dagen later werd het lied echter verboden in het kamp. Toch werd het lied nog gezongen in andere kampen door overgeplaatste gevangenen, of stiekem zachtjes tijdens het werk.

 Wohin auch das Auge blicket, 
Moor und Heide nur ringsum. 
Vogelsang uns nicht erquicket, 
Eichen stehen kahl und krumm. 
Wir sind die Moorsoldaten  
und ziehen mit dem Spaten  
ins Moor. 
Hier in dieser öden Heide 
ist das Lager aufgebaut, 
wo wir fern von jeder Freude 
hinter Stacheldraht verstaut. 
Wir sind die Moorsoldaten  
und ziehen mit dem Spaten  
ins Moor. 
Morgens ziehen die Kolonnen 
in das Moor zur Arbeit hin. 
Graben bei dem Brand der Sonne, 
doch zur Heimat steht der Sinn. 
Wir sind die Moorsoldaten  
und ziehen mit dem Spaten  
ins Moor. 
Heimwärts, heimwärts jeder sehnet, 
zu den Eltern, Weib und Kind. 
Manche Brust ein Seufzer dehnet, 
weil wir hier gefangen sind. 
Wir sind die Moorsoldaten  
und ziehen mit dem Spaten  
ins Moor. 
Auf und nieder gehn die Posten, 
keiner, keiner kann hindurch. 
Flucht wird nur das Leben kosten, 
Vierfach ist umzäunt die Burg. 
Wir sind die Moorsoldaten  
und ziehen mit dem Spaten  
ins Moor. 
Doch für uns gibt es kein Klagen, 
ewig kann's nicht Winter sein. 
Einmal werden froh wir sagen: 
Heimat, du bist wieder mein. 
Dann ziehn die Moorsoldaten  
nicht mehr mit dem Spaten  
ins Moor!



Zelf heb ik ook een poging gedaan het lied te spelen op m'n gitaar:
 


zaterdag 2 mei 2015

Aanmeldingsformulier "joodschen bloede"


Registratie

Op de registratie van de joodse ambtenaren volgde vanaf 22 oktober 1940 de verplichte opgave van bedrijven en ondernemingen met een joodse eigenaar. Alle joden werden geconfronteerd met de verordening die Seyss-Inquart op 10 januari 1941 uitvaardigde en die verstrekkende gevolgen zou hebben: alle 'personen van geheel of gedeeltelijk joodschen bloede' moesten zich laten registreren. Daarbij werd het begrip 'jood' op raciale gronden gedefinieerd en onderverdeeld in 'voljoden', 'halfjoden' en 'kwartjoden'. De Nederlandse gemeenten werden belast met de uitvoering van deze maatregel. Deze maatregel viel ten dele samen met de introductie van de legitimatieplicht voor alle Nederlanders door middel van het nieuwe Persoonsbewijs. Joden moesten een vragenformulier invullen en inleveren en kregen - tegen betaling van een gulden - een bewijs van aanmelding. De aanmeldingsformulieren moesten worden opgestuurd naar de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters.
Verreweg de meeste joden hebben de registratieformulieren ingevuld. Wie zich niet registreerde, riskeerde gevangenisstraffen oplopend tot vijf jaar. Bovendien waren de gegevens die verstrekt moesten worden ook al bekend bij het bevolkingsregister en in de administratie van de joodse gemeente.

 Bron: www.joodsmonument.nl