Zoeken in deze blog

maandag 25 juli 2022

Woordenboek gebruikt door luitenant Arriëns

Een klein Duits-Russisch soldatenwoordenboekje gebruikt door luitenant W.J. Arriëns om met de Russen te communiceren direct na de bevrijding van kamp Neubrandenburg. Vermoedelijk is er toen een stapel van deze boekjes gevonden en verspreid onder de krijgsgevangenen, gezien meerdere oud-gevangenen dit type boekje hadden.




 

Majoors in Stanislau

Van Dhr. van Laar mocht ik deze prachtige foto ontvangen. De foto toont zes majoors in kamp Stanislau. Linksachter is Majoor F.H.H.M. ten Bensel te zien, commandant van de Ie Afdeling van het 23e Regiment Artillerie. De foto is in juni 1943 naar zijn vrouw in Ede verstuurd.


 

Zangbundel krijgsgevangene Mühlberg

Recentelijk mocht ik van Dhr. Jack Rijnders een Franse zangbundel uit kamp Mühlberg ontvangen, waar zijn vader als krijgsgevangene zat. Over de krijgsgevangenschap van zijn vader wist hij vrijwel niets.
Jacobus Gerardus Jozefus Rijnders werd op 18 maart 1918 geboren te Noordwijk. Hij was kleermaker van beroep en ingelijfd als dienstplichtige bij het 4e Regiment Infanterie, dat in de meidagen van 1940 o.a. bij vliegveld Valkenburg actie zag. In zijn vrije tijd maakte hij veel muziek en trad hij ook op met een orkestje. Uiteindelijk zou hij zijn beroep als kleermaker opgeven en zich volledig op zijn carrière in de muziek richten. Na de oorlog is hij zelfs nog violist geweest in het orkest van Tata Mirando!

In 1943 besloten de Duitsers alle manschappen en onderofficieren ook terug te voeren in krijgsgevangenschap. Als muzikant kon Rijnders geen Ausweis krijgen en dus werd hij op 14 juni 1943 teruggevoerd in krijgsgevangenschap. In kamp Mühlberg kreeg Rijnders een neurose. De Duitsers besloten na een halfjaar om hem vrij te laten. Hierop ontving Rijnders verpleging in het militair hospitaal in Den Haag. Zijn vrouw vond dat hij als een ander persoon terug was gekomen. Dit en het feit dat Rijnders altijd weg was met het orkest hebben eraan bijgedragen dat het huwelijk geen stand hield. Voor Jack blijft het altijd een pijnlijk punt dat zijn vader er amper was in zijn leven, bijvoorbeeld wanneer hij als jongetje een voetbalwedstrijd speelde en z’n teamgenootjes wel vaders langs de zijlijn hadden staan.
Omtrent het boekje ging nog het gerucht dat Rijnders het van een knappe Francaise in het kamp gekregen zou hebben, maar dit is eigenlijk onmogelijk, gezien de gevangenen absoluut geen contact mochten hebben met vrouwen en er ook geen vrouwelijke gevangenen in het kamp waren, m.u.v. een aparte barak voor Russinnen en later nog Poolse vrouwen uit de Warschau opstand. Voorin het boekje staat geschreven “Souvenir de Noël. A mon cher ami Rijnders. 25/12/43” (Souvenir van Kerstmis. Voor mijn goede vriend Rijnders.) Gevolgd door een naam van waarschijnlijk een Franse krijgsgevangene.

Chronologie Rijnders’ krijgsgevangenschap:
14 juni 1943 melding te Amersfoort
19 juni 1943 op transport naar Stalag XI A Altengrabow, waar ze de volgende dag aankwamen
4 juli 1943 naar Stalag IV B Mühlberg
9 augustus 1943 Kgf lazarett (krankenrevier)
10 november 1943 heimkehrlager IV B (dit betrof waarschijnlijk een afgescheiden gedeelte binnen het hoofdkamp)
16 maart 1944 entlassen naar Amersfoort
18 maart 1944 aankomst en vrijlating
Verpleegd in mil. hosp. te Den Haag














Koffer met Nederlands-Indische geschiedenis fam. Knaven

 Recentelijk mocht ik weer een bijzondere schenking aan de collectie toevoegen. De koffer met documentatie van de familie Knaven. Gezinshoofd was Dhr. Jan Knaven (Amsterdam, 4 mei 1893 - Semarang, 6 juli 1945). In 1920 kwam hij naar Semarang vanwege zijn werk voor de handelsonderneming MacNeill & Co. Al snel trouwt hij met met de Indo-Europese José Mehlbaum en ze krijgen twee kinderen; Rudi (1924) en Frida (1926). De firma moet een goede werkgever geweest zijn, want de foto's tonen een welgesteld gezin. Tijdens de mobilisatie in december 1941 deelde de firma Jan in bij de vernielingsdienst. Hier kwam echter niets van terecht, gezien Jan nog herstellende was van een langdurige ziekte.


Op 8 maart 1942 moet Nederlands-Indië capituleren en op 24 juli 1942 wordt ook Jan geïnterneerd. Eerst in het vm. KNIL-kampement Jatingaleh en later naar Kesilir, waar hij een maagzweer kreeg. Toevallig was zijn vroegere internist, Dr. Eerkens, daar ook geïnterneerd. Op zijn verzoek is Jan toen overgeplaatst naar het ziekenhuis in Krikilan waar toen nog Europese doktoren en verpleegsters waren. In september 1943 werd hij daar weggehaald en het personeel kon José helaas niet vertellen waarheen. Na de bevrijding bleek dat hij naar de C.B.Z. (centrale burgerlijke ziekeninrichting) in Batavia was gebracht. Na zogenaamd herstel werd hij naar kamp Tjimahi gebracht en vanaf daar naar het Bangkongkamp, waar hij op 6 juli 1945 aan uitputting bezweek.

José en de kinderen konden vanwege hun grotendeels Indische afkomst gedurende de bezetting buiten het kamp blijven. Zij waren zogenoemde "buitenkampers". In 1950 vertrok zij met de kinderen naar Nederland.

De koffer omvat veel foto's van het gezinsleven voor en na de oorlog, enkele brieven uit het kamp, correspondentie omtrent het oorlogsgraf van Jan en vele andere documenten. Hieronder een selectie.


Jan (links) als sergeant tijdens de mobilisatie 14-18.

Jan Knaven, Semarang 1920.

Het huwelijk met José Mehlbaum

Jan en José in hun woning in Semarang.

De kleine Rudi (5 maanden)

José met de kinderen voor het voorverblijf van de woning.

Het gezin Knaven, Semarang 1934.

Gesmokkelde briefjes van Jan aan zijn vrouw.


Correspondentie uit het ziekenhuis van Krikilan.

De brieven van Jan aan het thuisfront. De laatste brief kwam aan 9 dagen voordat hij stierf. Of hij het antwoord nog gelezen heeft is onbekend.

Boekjes voor de reis naar Nederland.