Zoeken in deze blog

maandag 27 april 2015

Menukaart van een krijgsgevangene uit Jappenkamp Tjimahi

Deze menukaart werd gevonden in een doos met studieboeken van dhr L. W. Chr. de Bruijn. De boeken waren naar de kringloop gebracht. Het betreft een menukaart uit het krijgsgevangenenkamp Tjimahi, waar de Bruijn gevangen zat. Hij diende als stukscommandant bij de infanterie (een vreemde combinatie) als sergeant 1.

Van zijn krijgsgevangenschap weet ik natuurlijk dat hij in Tjimahi heeft gezeten. Op 06-09-1944 vertrok hij vanuit het 10e bataljon kamp met het schip de Kinta Maru II naar Singapore, de schepen waarop dit soort transporten stonden bekend als helleschepen, vanwege de barre omstandigheden en de wrede behandelingen van de gevangenen en dwangarbeiders. De transporten werden bovendien vaak aangevallen door de geallieerde marine en luchtmacht.
Het transport (Java Transport 24, meer dan 1000 gevangenen) kwam op 13-09-1944 aan in Singapore, waar ze een droogdok moesten maken op het eiland Poeloe Damar.Wanneer sgt1 de Bruijn bevrijd is weet ik helaas niet.

In die tijd was het gewoonlijk dat men menukaarten signeerde.
Op de kaart staat de universiteit in Leiden waar hij rechten studeerde afgebeeld. Het maal was ter ere van de universiteitsverjaardag. De gerechten zullen waarschijnlijk verzonnen zijn, gezien de voedselsituatie in een dergelijk kamp.

De menukaart is gemaakt op een ongebruikte veldpostkaart; improviseren met wat er aanwezig was, was niet ongewoon in een dergelijk kamp.
De Japanse registratiekaart van sgt1 de Bruyn
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten, 1942-1996, nummer toegang 2.10.50.03, inventarisnummer 423

zondag 19 april 2015

Rode kruiskamp Amersfoort

Deze armband werd gedragen door dhr. G. Ipenburg in het Rode Kruiskamp Amersfoort. Precies 70 jaar geleden vluchtte de ss en droeg het kamp (Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort) over aan het Rode Kruis o.l.v. zuster Loes van Overeem, die zich vanaf september 1944 tomeloos inzette voor de gevangenen van het kamp. Ze sliep er zelfs; in het begin op de vloer later in een bed, totdat zij het voor elkaar kreeg dat er een Rode Kruispost in het kamp kwam. 19 April 1945 werd het kamp overgedragen aan het Rode Kruis; zij hadden de leiding in het kamp, maar daar buiten was nog steeds de bezetter de baas. 7 mei werd het kamp definitief bevrijd, door Britse militairen van de 49th West Riding Division.


Tijdelijke ID kaart


Bevrijding van het kamp; gevangene begroet Canadese bevrijder.
https://afbeeldingen.gahetna.nl/naa/thumb/1280x1280/addc29c9-6b93-7a0f-a9fd-8b6414e506b2.jpg
Nationaal archief, Den Haag

vrijdag 17 april 2015

Jappenkamp

Ingezonden door JPJ Korver:

Ik ben J.P.J.Korver, ik draag de voorletters en achternaam van mijn nooit gekende opa.. Ik draag ze met trots en luisterde graag naar de verhalen die door mijn, wijlen, oma verteld werden. Hoe naar de verhalen soms ook waren, ze werden verteld met respect naar de leeftijd van de kleinkinderen, die er naar vroegen. Achteraf, is het fijn en mooi om te weten en mee te maken, dat mijn oma KON en WILDE vertellen.. NIET alles, zo werd me duidelijk, maar dat hoefde ook niet, dat kwam later wel.. Mijn Oma werd met haar twee dochters en zoontje ( mijn vader) en andere familieleden gescheiden van haar man, in de tijd van de Japanse bezetting in toen Nederlands-Indië.
Mijn Tantes vertelden ook wel eens wat, maar in mijn herinnering, pas op een voor mij latere leeftijd.. Niets ergs aan. De zaken die me ter ore kwamen, boeiden me, de leuke dingen, maar ook de NIET leuke dingen, de engste zaken, werden voor mij weg gehouden of kwamen helemaal niet aan bod. iets dat ik snel accepteerde.. Net als “ niet te veel vragen”  of “ doorzagen”  ik was blij met elk stukje verhaal, ook voor mijn oma en tantes, moet het goed geweest zijn, dat ze konden praten om zo te verwerken, wat er verwerkt moest worden..( ik bedoel, mijn oma en opa werden weer her-eenigd als familie ) Mijn, Wijlen en nooit door mij gekende, Opa, werkte in of bij een suikerfabriek, zijn functie laat ik even in het midden, dat weet ik me niet zeker meer en ik wil geen fouten benoemen.
De Japanse registratiekaart van JPJ KorverNationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten, 1942-1996, nummer toegang 2.10.50.03, inventarisnummer 437
 Er is een verhaal, van de vele die ik mocht horen, een, die mij vaak liet huilen.. het ontroerde me.. dat verhaal probeer ik zo goed mogelijk te delen.. “ Mijn vader, was te jong voor het jongenskamp en mocht/ kon, mede door hulp van een “ goede Jap ”  Net als mijn tantes (die wel de oudere leeftijden van ongeveer 13 en 15 hadden ) bij mijn oma op het kamp blijven.. die “ goede Jap”  gaf tips / advies en meldingen door over wat te doen als en wanneer,  er meisjes opgehaald werden om als “ troost meisje” te dienen… (voor zover IK weet en hoor, is dat leed mijn oma en tantes bespaard gebleven..) Maar goed verder over het verhaal.. Na de oorlog en in de tijd van de onrusten tussen inheemse bevolking en de Nederlanders, werd het ook mogelijk voor mijn opa terug te keren naar mijn oma.. Mijn oma en opa hadden in de oorlog alleen contact met de zus van mijn opa in Nederland..
De zus van mijn opa wist waar mijn opa was en waar mijn oma met haar kinderen zaten.. Die zus heeft tijdens de oorlog nooit iets van informatie aan een van de twee over de ander door gegeven, pas toen het kon, gaf ze mijn opa de gegevens door waar mijn oma was.. Die zus woonde in Hoorn.
Mijn opa verscheen uiteindelijk via via, bij het huis waar mijn oma met de kinderen zat.. hij klopte op de deur en mijn vader liep naar de deur op deze open te doen, hij keek mijn opa aan, deze man vroeg aan het kleine kereltje of mama thuis was… mijn vader twijfelde even en liep roepend naar mijn oma, met de mededeling iets van : “ er staat een man voor de deur die vraag naar jou..” .. Wanneer ik dat stukje verhaal hoorde uit de mond van mijn oma, zag ik een schittering in haar ogen en een traan, die traan, komt ook nu weer bij mij tevoorschijn.. Mede omdat ik de stem van mijn oma hoor en haar weer voor me zie ..  Na die her-eeniging volgde de lange spannende boot reis naar het koude Nederland, over de zee die vol met gevaren was..
In Hoorn trokken ze tijdelijk in het huis van de zus van mijn opa en daarna gingen ze naar een eigen huis.. daar bleven ze tot de dag dat mijn oma naar een bejaardentehuis moest.
Mijn Vader gaf me op een van die dagen, toen we het oude huis van mijn oma opruimden voor de verhuizing van mijn oma, deze veldfles, "deze is van je opa geweest”.  Mijn vader zegt, niets meer te weten over die Jappenkamp tijd.. Mijn vader werd Hoge luchtmacht officier en Veteraan, ik volgde mijn vader, en ging ook bij defensie, eerst als Marechaussee, toen geneeskundig bij de KL en later als Brandweerman bij de Luchtmacht.. Als Landmachter werd ik uitgezonden naar Bosnië.. Door mijn PTSS, mocht ik terug naar Bosnië en nam mijn vader en een arts mee.. in Bosnië, mocht ik meer over mijn vader leren kennen, het was alsof ook ik dat stukje meemaakte, waarover ik zojuist
 schreef.. Of mijn vader zich weer wat kon herinneren van zijn periode  ?? 
Ik heb mijn vader mogen leren kennen zoals MIJN VADER zijn vader heeft mogen leren kennen ;)
 "Pap, ik hou van je en ben trots op je "

dinsdag 14 april 2015

Ehrentwörtliche Erklärung; Verklaring op eerewoord

Een afschrift van een "Verklaring op Eerewoord", zoals de beroepsofficieren, cadetten en adelborsten die in 1940 moesten ondertekenen, om vrijstelling van krijgsgevangenschap te krijgen. 

Hierdoor verzeker ik op eerewoord, dat ik
gedurende dezen oorlog althans zoolang Neder-
land zich met het Duitsche Rijk in oorlogs-
toestand bevindt, aan geen enkel front noch
direct, noch indirect zal deelnemen aan den
strijd tegen Duitschland. Ik zal geen handeling
begaan of verzuim plegen, waardoor het Duitsche
Rijk schade, van welken aard ook, zou kunnen
lijden.


69 militairen tekenden niet, en kwamen via de kampen Oflag VI A te Soest en Oflag VIII C te Juliusburg uiteindelijk in het beruchte zwaarbewaakte kamp Oflag IV C te Colditz terecht. Later werden zij op transport gezet naar de officieren in Stanislau. Tegen die tijd waren al talloze ontsnappingspogingen ondernomen, van welke ook enkele geslaagde.

15 mei 1942 moesten de beroepsofficieren, cadetten en adelborsten zich melden voor een tweede controle (in 1941 had er ook een plaatsgevonden). Ongeveer 2000 man meldden zich. Onverwachts werden zij teruggevoerd in krijgsgevangenschap. Nadat zij zich moesten melden op de kazerne werd hen (op niet al te vriendelijke wijze) medegedeeld dat zij krijgsgevangen zouden worden, en ze werden afgevoerd naar Oflag XIII-B Teillager z.b.V. Neurenberg-Langwasser, waar zij enkele maanden verbleven. Hierna volgende de kampen M-Stalag 371 Stanislau en Oflag 67 Neubrandenburg.

dinsdag 7 april 2015

Foto's Colditz en Juliusburg, kapitein Boogh

Foto's naar huis gestuurd door een van de officieren van de Colditz-groep. Dit waren de officieren en cadetten die in 1940 weigerden de "Verklaring op Eerewoord" te ondertekenen. Zij (69 militairen) werden daarop in krijgsgevangenschap afgevoerd. Via de kampen Oflag VI A te Soest en Oflag VIII C te Juliusburg kwamen zij uiteindelijk in het beruchte zwaarbewaakte kamp Oflag IV C te Colditz terecht. Later werden zij op transport gezet naar de officieren in Stanislau. Tegen die tijd waren al talloze ontsnappingspogingen ondernomen, van welke ook enkele geslaagde.

De foto's zijn naar huis gestuurd door Kapitein Boogh, KGF 2937. Hij werkte op de KMA in Breda.


De Nederlandse theatervoorstelling "Fata Morgana". Een interessant detail is de V op de koe. Deze is nooit ontdekt door de Duitsers.

Achterkant met censuurstempels

Groepsfoto Juliusburg, kapitein Boogh tiende van rechts, middelste rij, staand direct achter Majoor Engles.

Censuurstempel Juliusburg

Een ander blog over Boogh kunt u vinden als u hier onder klikt op de tag "Boogh".

zaterdag 4 april 2015

Foto's Oflag VIII C Juliusburg

Foto's van de officieren van de Colditz-groep, gemaakt te Juliusburg. Dit waren de officieren en cadetten die in 1940 weigerden de "Verklaring op Eerewoord" te ondertekenen. Zij (69 militairen) werden daarop in krijgsgevangenschap afgevoerd. Via de kampen Oflag VI A te Soest en Oflag VIII C te Juliusburg kwamen zij uiteindelijk in het beruchte zwaarbewaakte kamp Oflag IV C te Colditz terecht. Later werden zij op transport gezet naar de officieren in Stanislau. Tegen die tijd waren al talloze ontsnappingspogingen ondernomen, van welke ook enkele geslaagde.
Nederlanders voor de hoofdingang in Oflag VIII C Juliusburg, winter '40-'41
Achterste rij v.l.n.r. De Hartog, Witjens
Voorste rij v.l.n.r. Grijzen, Drijber, Nouwens, van Lingen, van der Schraaf
De achterkant, voorzien van de censuurstempel.
Nederlandse cadetten voor de hoofdingang in Oflag VIII C Juliusburg
Achterste rij v.l.n.r. H.R. von Seydlitz Kurzbach, J.H. Hageman, F.V. Geerligs, A.G.L. Ligtermoet
O. van Lingen, 2e lt S.H.L. Westra, C.J. Witjens, W.G.T. Grijzen, A.P.T. Luteijn, L. de Hartog, C. Linck

donderdag 2 april 2015

Nonsense!

Foto van het Britse ballet "Nonsense" in Oflag IV C Colditz. Op de foto staat ook Airey Neave, de eerste Britse officier die uit het kamp ontsnapte. Dit deed hij samen met de Nederlandse luitenant Luteijn (ook zichtbaar op de foto). Verkleed als Duitse officieren ontsnappen ze uit het kamp.
Later maakte Neave carriere als politicus. In 1979 werd hij vermoord door de Irish National Liberation Army, met een autobom.

De foto is gemaakt door Johannes Lange, de dorpsfotograaf van Colditz, die ook alle (legale) foto's van Colditz heeft gemaakt.