Zoeken in deze blog

dinsdag 23 februari 2016

Speld van krijgsgevangene Wim Koterus

De dochter van KGF 103345 W.J. Koterus schonk deze badge en de "Passierschein". Haar vader vocht bij de Grebbeberg in 1940, staakte mee in februari 1941 toen de Joden van Amsterdam werden afgevoerd en werd in 1943 teruggevoerd in krijgsgevangenschap. Via Stalag XI A Altengrabow kwam hij terecht in Stalag XI B Fallingbostel, samen met nog een kleine 700 andere Nederlanders.
Toen het front naderde ontsnapte Koterus met een medegevangene, zodat hij niet naar een ander kamp geëvacueerd zou worden. De Amerikanen gaven hem, in ruil voor zijn verdiensten (maken van kisten voor af te voeren oorlogsbuit) deze speld, een "Mechanic/driver badge". Wanneer hij het liet zien kreeg hij er eten voor, en tijdens zijn terugtocht werkte het ook als bewijs dat hij geen Duitser of Nederlandse vrijwilliger in Duitse krijgsdienst was.

De krijgsgevangenschap is in de familie Koterus een punt van schaamte geweest, met name omdat hij zich in 1943 zelf gemeld had. Er mocht niet over gepraat worden, en ook buiten de familie was geen enkel begrip te vinden.



Deze passierschein was eigenlijk bedoeld voor Duitsers opdat ze zich over zouden geven, maar ook Koterus had er eentje. Of hij er gebruik van gemaakt heeft weet ik niet. Op de achterkant staan de belangrijkste regels van het krijgsgevangenenrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten