Op 1 december 1943 schreef adelborst Frans de Ridder deze brief met kerstwens naar huis.
Ja, zo vroeg al, want de post was er niet met een dag of
twee. Langs de rand versierde medegevangene Hans (“Tjot”) Geerligs hem met mooi
kerstachtig hulstblad.
“Gaat u weer Kerstmis vieren met een eenvoudig dineetje en
de rode linten met kaarsen op tafel? En een kerstboompje? Wij gaan ’n gezellig diner
houden.”
Ruim een maand later ging het kamp op transport naar
Neubrandenburg. Gedurende dit transport zou hij uit de rijdende trein
ontsnappen, maar na twee dagen en nachten werd hij weer opgepakt en kwam hij
via een Poolse gevangenis en het grote kamp voor Britse krijgsgevangenen,
Stalag 344 Lamsdorf, weer terug bij de groep in kamp Neubrandenburg.