Zoeken in deze blog

zondag 26 november 2023

Luitenant-waarnemer J.J. Cramer

En alweer kon ik twee items toevoegen aan de set van Luitenant-waarnemer J.J. Cramer!

Door een tip van een bevriend verzamelaar kwam ik zijn de foto van zijn registratiekaart op het spoor en niet lang daarna diende een andere verzamelaar zich aan die een broodplankje had wat Cramer in Langwasser bewerkt had (Tim en Jan, bedankt!). Twee prachtige aanwinsten die de set nóg completer maken!





Cramer vloog in de meidagen van 1940 verkenningsvluchten in de Fokker C V vanaf het vliegpark Haamstede over Brabant en het zuidelijke deel van de Grebbelinie, bij Wageningen. Hij maakte deel uit van de groep officieren, cadetten en adelborsten die vanaf mei 1942 in krijgsgevangenschap gingen. Na de oorlog zweeg hij over zijn drie jaren achter prikkeldraad. Cramer zou uiteindelijk de dienst uit gaan als Kolonel bij de Luchtmacht. Hij was een bevlogen pistoolschutter en elk jaar wordt er op Heumensoord nog het Open Militair Kampioenschap (Kolonel) Cramer Revolver gehouden.

 


KLIM Powdered Milk

Helaas ben ik afgelopen maanden niet zo aan schrijven toegekomen. Hoogste tijd voor een nieuw stukje dus!

Het zoeken naar nieuwe aanwinsten is gewoon doorgegaan en ik was als een kind zo blij toen ik dit blik aan de collectie kon toevoegen. Het is een nog ongeopend blik met melkpoeder van KLIM (Milk achterstevoren gespeld), wat zich in de Canadese en Amerikaanse voedselpakketten van het rode kruis bevond. Een iconisch item voor de iedere krijgsgevangene. De inhoud was een belangrijk deel van de voeding. De Duitse voeding was in de praktijk ontoereikend en het rode kruis heeft met het versturen van voedselpakketten het leven van menig krijgsgevangene gered.

                                          




Maar niet alleen de inhoud was belangrijk, het blik zelf werd ook veelvuldig gebruikt. Er werden gebruiksvoorwerpen van gemaakt zoals bekers, asbakjes of blikken doosjes. Bij de monstertunnel (een ontsnappingstunnel uit Oflag 67 Neubrandenburg) werden de blikken ontdaan van deksel en bodem en met ijzerdraad aan elkaar gemaakt om ventilatiekanaal van te maken. Met behulp van een blaasbalg en later een centrifugaalpomp werd het gangenstelsel voorzien van frisse lucht. Ook in Stalag Luft 3 tijdens The Great Escape werd met KLIM blikken geïmproviseerd ventilatiekanaal gemaakt.

 

Schenkkan gemaakt door Leonie Roualet in kamp Vittel, Frontstalag 194. Zij was geïnterneerd vanwege haar Amerikaanse nationaliteit. Coll. USHMM.


Dwarsdoorsnede van de de monstertunnel uit kamp Neubrandenburg. Het ventilatiekanaal lag onder de bodem van de tunnel. Zo kostte het minder ruimte en in geval van een instorting zou er toch nog lucht aangevoerd kunnen worden in een afgesloten gedeelte. Getekend door luitenant G. van Amstel in de jaren '70 voor zijn boek "De zak met vlooien".

 



Joods zilverwerk

Weer een bijzondere schenking van een bevriend verzamelaar. Rudy Huetink uit de Achterhoek is met zijn collectie Ruurlo in Oorlogstijd 1940 1945 zeer gepassioneerd bezig om -met name- de lokale oorlogsgeschiedenis uit de vergetelheid te houden.

Het lepeltje werd achtergelaten op het onderduikadres nadat de familie Aaron gearresteerd werd. Siegfried Israël Aaron was in de jaren '30 met zijn gezin uit Duitsland gevlucht naar Nederland, waar ze tijdens de oorlog in Zutphen woonden. Opmerkelijk is de gespleten hoef op het lepeltje. Symbool voor kosjer vlees (herkauwende dieren met gespleten hoeven).




Het gezin; Siegfried (1887), Ida (1892) en de jongste zoon Ludwig (1928) werd in december 1942 afgevoerd naar kamp Westerbork. De oudste zoon, Richard Otto (1924), is daar al begin oktober aangekomen en wordt op 19 oktober 1942 op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij door de selectie heen komt en in kamp Birkenau terecht komt. Vermoedelijk is hij later in Auschwitz gestorven.

De rest van het gezin gaat op 1 februari 1944 vanuit Westerbork op transport naar Bergen-Belsen. Moeder Ida Aaron-Weijl zou dit kamp niet overleven. Vanuit Bergen-Belsen komen Siegfried en Ludwig op het zogeheten verloren transport terecht. Dit transport met 2500 joden in een goederentrein reed twee weken door het door oorlog geteisterde Duitsland heen, om uiteindelijk bij het plaatsje Tröbitz tot stilstand te komen. Vader Siegfried heeft dit transport niet overleefd.

Toch was Ludwig niet helemaal alleen toen zij bevrijd werden. Hij droeg het verdriet samen met zijn zus Lotte (1921). Zij was kort voordat zij en haar man Ludwig Heijmann naar Westerbork werden afgevoerd getrouwd. Ludwig Heijmann is in Bergen-Belsen gestorven. Het verloren transport kostte aan ongeveer 550 Joden het leven. Het grootste deel daarvan stierf kort na de bevrijding als gevolg van vlektyfus. Ludwig Aaron en Lotte Heijmann woonden beide de rest van hun leven in Amsterdam.

 

Koninginnedag in krijgsgevangenschap

De groep krijgsgevangen Nederlanders in kamp Olbernhau wilden het niet ongemerkt voorbij laten gaan.
Hoewel...
Deze dag-order hing aan de binnenzijde van de deur van de barak, en bleef zo op die dag verborgen voor de Duitsers!

De tekst luidt:
Dagorder van 31 augustus 1944.
Aan de manschappen van de Nederlandsche Weermacht in krijgsgevangenschap.
Heden, den 31e Augustus is wederom de geboortedag van onze geëerbiedigde vorstin, en kunnen bij niet nalaten om deze dag ongemerkt voorbij te laten gaan. (Noot, deze dubbele ontkenning was waarschijnlijk niet de bedoeling) Wij zijn er allen van overtuigd, dat dit de laatste verjaring is van onze Koningin, die wij in krijgsgevangenschap vieren en ook de laatste maal dat H.M. haar geboortedag in de vreemde zal moeten doorbrengen. Wij hopen en zijn er van overtuigd dat wij en Zij elkander weer spoedig in ons zo geliefde Vaderland weer zullen terug zien. Wij als soldaten van Hare Majesteit willen ook niets liever dan als het moet, nog eenmaal de wapenrok aantrekken om onze grenzen te verzekeren. Zien wij om ons henen, dan is de vrede niet ver meer en dan zullen wij meer dan ooit pal staan voor ons land en onze geliefde Koningin. God spare onze Koningin tot in lengte van dagen en geve ons spoedig de vrede. Leve de Koningin.
Vertrouwensman

H.G. Seelt
Onderofficier
M. van Dullemen








Op de achterzijde zijn nog sporen van grotere oranje letters te vinden. Waarschijnlijk waren ze bang dat dit te veel in het oog zou springen, mocht er een Duitser in de barak komen en hebben ze het papier daarna gebruikt voor een iets discretere variant.
De dag-order is nadien meegenomen door de Soldaat Hendricus George Seelt (1915-2006). Een Grenadier uit Rotterdam. Tijdens de oorlog zat hij in achtereenvolgens: Altengrabow, Mühlberg, Niederschmiedeberg, Gabriellehutten en Olbernhau.