Zoeken in deze blog

zondag 16 februari 2025

Een Amsterdammer in Lamsdorf

Deze brief kocht ik afgelopen jaar, maar met een hoop vraagtekens. In geen enkel Nederlands oorlogsarchief kon ik deze man terugvinden. En hoe kwam deze Jakob verzeild in Stalag 344 Lamsdorf, één van de grootste krijgsgevangenenkampen voor hoofdzakelijk commonwealth POWs?



Jakob Spaan werd op 13 november 1905 geboren in Amsterdam. Op 12 mei 1940 (twee dagen na de Duitse inval in Nederland) meldde hij zich om dienst te doen in het Zuid-Afrikaanse leger. De Amsterdamse elektricien was voor die tijd naar Johannesburg geëmigreerd. Hij werd ingedeeld als Gunner bij het 2nd Field Regiment van de South-African Artillery. Deze eenheid viel onder het Britse 8th Army o.c.v. generaal Neil Ritchie. Op 21 juni 1942 werd Jakob door het Duitse Afrikakorps van generaal Erwin Rommel krijgsgevangen genomen bij Tobroek.

De daaropvolgende drie jaar verbleef Jakob in maar liefst zeven krijgsgevangenenkampen! Na een halfjaar in Benghazi ging hij naar PG 75 Bari, een kamp in Italië. Hoewel hij bij zijn gevangenname niet gewond was, werd hij overgeplaatst naar PG 204 in Altamura, een ziekenhuiskamp in een school. In krijgsgevangenschap had hij een middenoorontsteking opgelopen (otitis media). Vanaf daar naar PG65 Altamura-Gravina, een erg slecht kamp met veel zieken, te weinig te eten en zeer slechte hygiëne. Vanaf daar ging het weer terug naar PG75 Bari en na een maand ging het weer door naar PG52 Chiavari. Hier kwam een einde aan de hel van de Italiaanse kampen, want op 12 september 1943 ging hij op transport naar Stalag VIII B/344 Lamsdorf, waar hij twaalf dagen later aankwam. Hier werkte hij een maand in een Duitse mijn in Heverstein, maar dit werk stopte om onbekende redenen, mogelijk vanwege de koude. In maart 1945 ging hij op transport en kwam terecht in een Arbeitskommando van Stalag VII A Moosburg. Hij moest puinruimen na de bombardement op de Duitse stad Augsburg. Hier werd hij uiteindelijk bevrijd door de Amerikanen.

Bijgevoegd een filmpje met prachtige beelden van de stad kort na de bevrijding. Een wie weet zien we Jakob wel lopen…



 

 

donderdag 26 december 2024

Brief adelborst Frans de Ridder

 Op 1 december 1943 schreef adelborst Frans de Ridder deze brief met kerstwens naar huis.

Ja, zo vroeg al, want de post was er niet met een dag of twee. Langs de rand versierde medegevangene Hans (“Tjot”) Geerligs hem met mooi kerstachtig hulstblad.

“Gaat u weer Kerstmis vieren met een eenvoudig dineetje en de rode linten met kaarsen op tafel? En een kerstboompje? Wij gaan ’n gezellig diner houden.”

Ruim een maand later ging het kamp op transport naar Neubrandenburg. Gedurende dit transport zou hij uit de rijdende trein ontsnappen, maar na twee dagen en nachten werd hij weer opgepakt en kwam hij via een Poolse gevangenis en het grote kamp voor Britse krijgsgevangenen, Stalag 344 Lamsdorf, weer terug bij de groep in kamp Neubrandenburg.



zaterdag 26 oktober 2024

Stalag Luft 3

Recentelijk bracht ik een bezoek aan de unieke collectie van Ben van Drogenbroek. Ben is gespecialiseerd in Stalag Luft 3, een krijgsgevangenenkamp voor geallieerde vliegtuigbemanningen, o.a. bekend van ontsnappingen als “The Great Escape” en “The Wooden Horse”. Ben is een absolute autoriteit op het gebied van de geschiedenis van Luft 3 en hij heeft er ook een prachtig boek over geschreven: “The camera became my passport home”.

Zijn laatste boek gaat over Oflag XXI-B Schubin, een kamp wat ook gediend heeft als krijgsgevangenenkamp voor aircrew POWs. Ook dit boek is een standaardwerk en ik voel me vereerd dat ik een exemplaar van het limited edition boek cadeau kreeg! The camera is reeds uitverkocht, maar van het boek over Schubin zijn nog enkele exemplaren beschikbaar. Wie interesse heeft in een exemplaar melde zich!
Daarnaast mocht ik van Ben ook nog een origineel KLIM blik ontvangen voor de collectie.
Hieronder enkele foto’s van het boek, het blik en de collectie van Ben.










































Portret majoor- veldprediker Ds. W.E.M. Hoekzema

Een prachtige aanwinst, dankzij een bevriend verzamelaar. Een portret van legerpredikant Ds. W.E.M. Hoekzema.

In de zomer van 1944 vrijwillig uitgezonden voor de geestelijke verzorging van de +- 900 Nederlandse krijgsgevangenen in Stalag IV G te Oschatz. Via Amersfoort en Mühlberg kwam hij op 12 juni aan in het hoofdkamp. In feite waren de Nederlanders van dit kamp verdeeld over zo'n 60 á 70 Arbeitskommando's in buitenkampen in heel Sachsen, wat zijn taak zeer bemoeilijkte. Na 2 maanden had hij 37 van deze kommando's en ook ziekenboegen bezocht, negen godsdienstoefeningen en 13 avondwijdingen gehouden. Dominee Hoekzema bleef zijn werk doen tot aan de bevrijding.



 

zondag 18 februari 2024

De "Russen"

Sovjetgevangenen. In bijna elk kamp waren ze wel aanwezig. Uitgehongerd, verzwakt, besmeurd, onverzorgd, mankend, sloffend, verwilderd. Vandaag een selectie van verschillende voorwerpen.

-Een sovjet-uniform, afgedragen zoals in krijgsgevangenschap.


-Bord en bestek uit het Russenlager van Stalag 318 Lamsdorf, geschonken door Dhr. Kruszynski. Herkenningsplaatjes uit diverse krijgsgevangenenkampen voor Sovjetgevangenen.

-De beestmensch. Propaganda utgegeven door de SS in verschillende talen om Europa te overtuigen van de onmenselijkheid van zogenaamde "untermenschen". Bolsjewisten en Joden worden afgeschilderd als mislukkelingen op de linkerpagina's, op de rechterpagina's het verheven germaansche ras. Foto's van misdaden van de Sovjets uit de jaren 30 zijn volop aanwezig.




-Foto gemaakt in opdracht van de Duitsers door de Nederlandse KGF Nico Uchtmann, Sovjet krijgsgevangenen in kamp Mühlberg. Op de achterzijde schreef hij:

"5 Russen typen.

Men heeft vanzelfsprekend nu niet bepaald de knapste uitgezocht, maar ook nog niet de aller beroerdste, deze hebben tenminste allemaal schoenen aan."

 



dinsdag 26 december 2023

Kerstmenu Stanislau 1943

Ook in kamp Stanislau had men gespaard voor het kerstmaal. Vele krijgsgevangen officieren waren in gevangenschap aan het tekenen geslagen en zodoende beschikte menig kamer ook over prachtige menukaartjes, die naderhand gewoontegetrouw voorzien werden van de handtekeningen van de deelnemers. Het leuke is dat een van de tafelgasten luitenant G. van Amstel was, die zijn ervaringen optekende in het boek "De zak met vlooien", mijn persoonlijke favoriet!






De tafelgasten (allen luitenants) van kamer 251 te Stanislau, 1e rij:G.D. van Epen

Jhr. E.D. van Nispen
J.N. Paro
C.L. Jongenburger
A. van Gilst
J. Slegtenhorst
J.N.A. Verloop
J.W. Pik
M.J. Haasdonk
C.H.E. Brainisch von Brainich Felth (Ltz. 2)
J.G. de Bruin
R.F. Kranenborg
A.T.A.M. van Heerde

2e rij:
G.A. van den Bergh
B.H.J. Callenbach
J. van den Breemer
G.B. van Amstel
A.L. Mes
J. van Oss

maandag 25 december 2023

Eerste Kerstdag 1943, krijgsgevangenenkamp Mühlberg

Tekst uit het dagboek van de krijgsgevangen sergeant Nico Uchtmann, geschreven in krijgsgevangenschap in kamp Mühlberg.

Nico's dagboek met op de achtergrond enkele door hem gemaakte foto's. Hij mocht bij zeer hoge uitzondering foto's maken van het kampleven. Nico werkte op de kampadministratie en maakte daar ook de foto's voor de registratiekaarten van nieuw binnengekomen krijgsgevangenen.



 25 Dec. 1943

-1e Kerstdag-

233e dag
Kerstmis 1943 nooit zal ik die vergeten. Met geen pen zal ik ooit m’n gevoelens kunnen neerschrijven welke ik dezen 1sten Kerstdag heb doorleefd. Het komt me zelfs zoo doelloos voor dit te probeeren. Ik weet immers dat het me niet lukken zal. Toch zou ik voor niets ter wereld deze indrukken willen zien vervagen. Houden wil ik ze m’n heele leven. Een richtlijn zal het zijn, waaraan ik me zal wijden met al datgene wat in m’n vermogen ligt. Tineke moet het weten. Ze zal dit lezen, en ik hoop haar van dit alles mee te kunnen laten genieten. Ik hoop nog eens in de gelegenheid te zijn haar dit alles te kunnen vertellen. Het zal me goed doen met haar en voor haar hierover eens m’n hart te kunnen luchten. Zij zal me begrijpen met haar zoo fijn gevoelig hartje. Dat weet ik zeker. Hoe gelukkig zouden we zijn als we samen hieraan konden bouwen.  –Toch is er steeds iets in me wat ik niet tot zwijgen kan brengen. Zoo venijnig komt het steeds in me op. Het is alsof een innerlijke stem me steeds weer waarschuwt, als of hij me steeds weer wil herinneren aan de mogelijkheid dat ook wij elkander in dit leven, zoals reeds zoo velen niet meer terug zullen zien. Onmogelijk is het ook de hierbij optredende gevoelens ook maar eenigszins met de pen te benaderen. Hoe komt het toch? Hoe is het toch mogelijk dat men aan de ééne kant denkt te winnen in het vertrouwen in God, terwijl aan de andere kant deze zorg telkens weer opnieuw ontwaakt, als teken van het grootste wantrouwen? Maar kom laat ik m’n gepeins staken en de beschrijving van m’n wederwaardigheden dezer Kerstdag in krijgsgevangenschap vervolgen!
Daar ik reeds gisteren middag m’n vriend Tjepkema vroeg of hij er voor voelde om met mij de nachtmis bij te wonen, en hij daarin, bereidwillig als altijd toestemde, begaven we ons dus tegen middernacht ter Kerke. Ik weet niet waarom, doch deze nachtmis moest ik bijwonen.-, misschien hoopte ik wel dat Tineke er ook heen zou gaan.- De eenvoudige houten keet (ingericht als Katholieke Kapel) met de eenvoudige korte preek der Aalmoezenier en het helaas weinig geslaagde koor konden toch niet nalaten een zekere indruk op me te maken, Bevredigd heeft het me echter niet, misschien komt dat door het niet volkomen begrijpen, ik meen echter te voelen dat ik iets diepers zocht! Ik heb dan ook meer aan huis staan denken, dan aan de heele plechtigheid. Het deed zoo vreemd aan, de 4 misdienaars in militaire uniform. I weet niet , maar mijns inziens schreeuwt dat tegen alles in. Na afloop hebben wij 7 Hollanders een eenvoudige maaltijd genuttigd waarna we ons ter ruste begaven. Daar we 2 gasten zouden krijgen  konden we ’s morgens na het appel niet lang meer blijven slapen want er was nog veel te doen, als we onze gasten wilden onthalen. De maaltijd om 11 uur; Bruine boonen soep, Versche aardappellen met z.g. doperwten, ieder een dikke schijf gebakken corned beaf en een mooie bruine sjus van boter, uien en vleeschnat, met als nagerecht een groote pudding, Was voor onze Italiaansche gasten een ware vorsten maaltijd. Voor ons was het wel de eerste maal sinds langen tijd dat we eens echt Hollandsch gegeten hebben. We completeerden de maaltijd door na koffie koekjes en heerlijke Amerik. sigaretten te serveeren. Na afloop hebben we gezamenlijk in de Italiaansche en Hollandsche barakken Kerstversieringen bezichtigd. De Italiaanen hadden vele zorgen besteed aan een groot panorama waarin een grot de Kerststal voorstelde. De Hollanders hadden meer groen versiering in de geheele barakken aangebracht, werkelijk heel mooi en stemmig. Ook heeft een gehouden inzameling in het kamp heel veel levensmiddelen, Conserven e.d. opgebracht, welke aan de Russen en Italianen zijn geschonken. Wel opmerkelijk dat het bijna uitsluitend de Hollanders waren waardoor gegeven is geworden, zoodoende werd ook voor Hen die geen pakketten ontvangen deze dag wat opgevroolijkt. Na afloop dezer rondgang en nadat we de ,,vaat” schoon hadden, zijn we nog een uurtje op bed gaan liggen, denken en droomen. Om 5 uur ’s middags werd er door de Hollanders een Kerstspel geven in het Theater. De indruk voor dit Kerstspel, wat begeleid werd door groot orkest en koor, en bestond uit een voorlezing van het Bijbelverhaal tot aan Christus geboorte waarbij de verschillende tafereelen als pantomime voorgesteld werden, heeft een onvergetelijke indruk op me en op ons gemaakt. Tijdens deze opvoering heb ik een gewedlige innerlijke strijd gevoerd. M’n gedachten vlogen naar huis.

-Tineke,- Acht wat zou het me wel waard zijn haar dit te laten zien.
-De brief van gisteren- Ze zal naar de dokter gaan- ze voelt zich niet goed-

-En ik-zit hier met een overvloed van alles wat zij te kort komt. ’s Wordt me haast ondragelijk-

-Dan opeens- God? Moet ik haar niet aan God toe vertrouwen? Hij zorgt toch ook voor haar? ’t Is toch ook zijn Tineke. Zou ze dit wel begrijpen? En Als ze het niet begrijpt, zorgt God dan nog voor haar? Maar ik mag toch wel naar huis verlangen! Ja dat mag ik, maar als ik God vertrouw mag ik me niet ongerust maken over haar! En ik maak me toch ongerust! Vertrouw ik dan niet in God? O. Wat is dat alles toch moeilijk! Toch moet het reden hebben, Nog grooter dan van het spel, was de indruk die de woorden, uitgesprooken door onze Lager Commandant, den Hauptman König, na afloop op ons maakten. Hij sprak, zichtbaar onder de indruk zijnde, ongeveer het volgende
,, Voelende dat woorden, hier op

 dit moment de heerschende stemming wreeds zouden verstoren

Dank ik toch de Hollanders voor

hun uitnoodiging om dit Kerst-speld bij te wonen.
Hij zeide diep getroffen te zijn door datgene wat hem getoond was. Nu eerst had hij diep gevoeld, waardat zoo zwaar getroffen en in moeilijkheden gedompelde volk de groote kracht vandaan haalde om met opgeheven hoofd dat alles te dragen. Tot zoover de Hauptman. Het blijkt me al even moeilijk, zijn zoo uit z’n hart komende korte dankwoorden neer te schrijven.
Ze lieten echter niet na, dat velen onder ons deze Hauptman thans heel anders bezien dan voorheen. Deze Hauptman, die toch reeds gerespecteerd werd, toonde in enkele woorden zijn ziel. De kans bestaat zelfs dat hij van deze opvoering meer heeft gezien dan vele der aanweezige Hollander.

M’n verdere avond werd tot ’s avonds laat geheel in beslag genomen door het schrijven van dit epistel en de aan Tineke beloofde brief.
Tineke moge God je ook deze dag geleid hebben. En je ook verder leiden.
Laten we God vragen ons psoedig weer samen te brengen en hem beloven volgens ons beste weten ons leven naar hem en naar zijn wetten te leven.



Nico's dagboek, met daarin een bewaarde pasfoto voor de registratiekaart van een Sovjet krijgsgevangene.