Zoeken in deze blog

zaterdag 3 mei 2025

De nalatenschap van kapitein Boogaard


In 2021 vond ik in een Rotterdamse kringloop een porseleinen kruik ter herinnering aan de mobilisatie 1939-1940 en daarbij een tweetal foto’s in lijst. Het geheel was afkomstig uit de nalatenschap van kapitein Jacobus Christiaan Boogaard (23 mei 1904 – 3 mei 1942).

Bijzonder is dat ik eerder dit jaar nog een klein portretfotootje vond op marktplaats, niet op naam, maar onmiskenbaar kapitein Boogaard. En een maand geleden kwam zijn officierskist op mijn pad… Het kan soms raar lopen. Een aanwinst waar ik ontzettend blij mee ben en met een bewogen geschiedenis.

In 1924 begon Boogaard in Kampen aan de opleiding tot officier. De opleiding vervolgde naar de KMA te Breda, zoals voor beroepsofficieren gebruikelijk was en in 1927 werd hij als kersverse 2e luitenant ingedeeld bij het 20e Regiment Infanterie. Na drie jaar stapte hij over naar de en volgde hij in Soesterberg de opleiding tot vlieger.

Tijdens de mobilisatie was hij commandant van de IV e verkenningsgroep 2e Regiment Luchtvaarttroepen te vliegpark Gilze-Rijen. Dit vliegveld werd op 10 mei ’s nachts aangevallen. Kapitein Boogaard kreeg de opdracht de resterende 6 bruikbare vliegtuigen naar Haamstede te verplaatsen. Hier richtte Boogaard de legering in voordat de commandant van de verkenningsgroep ter plaatse was. In de ochtend van 11 mei vloog hij samen met 2e luitenant-waarnemer J.J. Cramer (van wie ik ook een prachtige set in de collectie heb, zie hieronder) in een Fokker C V een verkenningsvlucht over Noord-Brabant. De vlucht verliep zonder problemen, maar onmiddellijk na de landing werd het vliegveld Haamstede gebombardeerd. De volgende ochtend vloog het duo weer een verkenningvlucht over Brabant, op zoek naar een pantsercolonne, die niet werd gevonden.

Na de capitulatie ondertekende Boogaard de erewoordverklaring. Hierin verklaarde de officieren dat ze niks tegen de Duitsers zouden ondernemen gedurende de rest van de oorlog. Op grond hiervan werd hij vrijgesteld van krijgsgevangenschap. Dit zou hem uiteindelijk het leven kosten. Er waren toch een flink aantal militairen die geen waarde hechtten aan hun erewoord (“Een aan de Duitsers gegeven erewoord is geen erewoord”, zo redeneerden velen). Boogaard sloot zich aan bij de Ordedienst. De OD was een verzetsorganisatie die bestond uit veel oud-militairen. Deze groep hield zich o.a. bezig met spionage en probeerde zich voor te bereiden op de bevrijding, waarbij zij dan de orde zouden kunnen handhaven. Helaas werd de groep geïnfiltreerd en op 27 maart 1941 werd ook Boogaard gearresteerd en vastgezet in de strafgevangenis van Scheveningen, bijgenaamd het Oranjehotel. Op 4 september gaat hij op transport naar Amersfoort. Tot op 11 april 1942 het proces begint.

Tijdens het eerste OD proces, ook wel het proces der 72, werden 72 leden van de OD ter dood veroordeeld. 9 vonnissen werden omgezet naar levenslange tuchthuisstraf. Ook de leden van de Mekel- en Schoemakergroepen werden tijdens dit proces veroordeeld. Op 2 mei kwam de groep aan in concentratiekamp Sachsenhausen, waar ze in de bunkercellen overnachtten. De volgende dag werden de 72 (OD, Schoemakergroep en Mekelgroep) naar de executieplaats op de Industriefhof geleid en met een nekschot gefusilleerd.

Vandaag denk ik aan kapitein Boogaard en het offer wat hij en zijn collega’s precies 83 jaar geleden brachten.













 

zondag 16 februari 2025

Een Amsterdammer in Lamsdorf

Deze brief kocht ik afgelopen jaar, maar met een hoop vraagtekens. In geen enkel Nederlands oorlogsarchief kon ik deze man terugvinden. En hoe kwam deze Jakob verzeild in Stalag 344 Lamsdorf, één van de grootste krijgsgevangenenkampen voor hoofdzakelijk commonwealth POWs?



Jakob Spaan werd op 13 november 1905 geboren in Amsterdam. Op 12 mei 1940 (twee dagen na de Duitse inval in Nederland) meldde hij zich om dienst te doen in het Zuid-Afrikaanse leger. De Amsterdamse elektricien was voor die tijd naar Johannesburg geëmigreerd. Hij werd ingedeeld als Gunner bij het 2nd Field Regiment van de South-African Artillery. Deze eenheid viel onder het Britse 8th Army o.c.v. generaal Neil Ritchie. Op 21 juni 1942 werd Jakob door het Duitse Afrikakorps van generaal Erwin Rommel krijgsgevangen genomen bij Tobroek.

De daaropvolgende drie jaar verbleef Jakob in maar liefst zeven krijgsgevangenenkampen! Na een halfjaar in Benghazi ging hij naar PG 75 Bari, een kamp in Italië. Hoewel hij bij zijn gevangenname niet gewond was, werd hij overgeplaatst naar PG 204 in Altamura, een ziekenhuiskamp in een school. In krijgsgevangenschap had hij een middenoorontsteking opgelopen (otitis media). Vanaf daar naar PG65 Altamura-Gravina, een erg slecht kamp met veel zieken, te weinig te eten en zeer slechte hygiëne. Vanaf daar ging het weer terug naar PG75 Bari en na een maand ging het weer door naar PG52 Chiavari. Hier kwam een einde aan de hel van de Italiaanse kampen, want op 12 september 1943 ging hij op transport naar Stalag VIII B/344 Lamsdorf, waar hij twaalf dagen later aankwam. Hier werkte hij een maand in een Duitse mijn in Heverstein, maar dit werk stopte om onbekende redenen, mogelijk vanwege de koude. In maart 1945 ging hij op transport en kwam terecht in een Arbeitskommando van Stalag VII A Moosburg. Hij moest puinruimen na de bombardement op de Duitse stad Augsburg. Hier werd hij uiteindelijk bevrijd door de Amerikanen.

Bijgevoegd een filmpje met prachtige beelden van de stad kort na de bevrijding. Een wie weet zien we Jakob wel lopen…